Dag 156 Brunei

4 december 2019 - Bandar Seri Begawan, Brunei

Dag 156

S’ochtends heel vroeg opgestaan. Om 6:40 zou mijn vlucht naar Kuala Lumpur vertrekken. De hostel eigenaar bracht mij tegen een klein tarief naar het vliegveld.

Aangekomen op het vliegveld was ik verward waar ik heen moest met mijn bagage, maar uiteindelijk kon ik mijn bagage op een aparte plek afgeven. Vervolgens moesten we best een tijdje wachten tot ik bij de gate binnen kon. Deze luchthaven was namelijk alleen overdag open.

Eenmaal door de security en alles kwam ik uiteindelijk in het vliegtuig. Vliegend met Malaysia Airlines ging ik eerst naar Kuala Lumpur. Hier had ik een overstap naar Brunei.

Ik kwam uit in hal 1, maar mijn volgende vertrek zou in hal 2 zijn. Daarnaast zou ik daar ook gaan vliegen met Air Asia. Door middel van vragen aan de balie van Air Asia kwam ik erachter dat ik met een trein naar hal 2 kon gaan. Tegelijk vroeg ik ook aan Air Asia of ik bij hun alvast een ticket terug kon boeken naar Penang via Kuala Lumpur. Dit was mogelijk en ik kocht mijn vliegtickets voor de terugweg op het vliegveld.

Ik ging naar beneden kocht een kaartje voor de trein en ging met de trein naar hal 2. Hier checkte ik mij in met wat moeite. Air Asia doet het inchecken namelijk grotendeels digitaal. En je moet je dus aanmelden bij een daarvoor toegewezen computerpaal.

Eenmaal verder kwam ik in de vertrek hal en het was er enorm druk. De gate werd ook meerdere keren aangepast en dat was zeer onprettig en zorgde voor veel chaos.

Eenmaal in het vliegtuig kon de 2,5 uren durende vlucht beginnen.

De vluchten naar en terug van Brunei waren in verhouding best prijzig. In totaal zou me dit ongeveer 300 euro hebben gekost, maar ik zag de kans om naar een land te gaan waar nog niet heel veel toeristen kwamen.

Ik kwam aan in Brunei en ik ging met een taxichauffeur mee. Het was inmiddels al aan het einde van de middag. Eenmaal aangekomen in mijn hostel viel me op dat het land helemaal niet zo luxe leek als dat ik had verwacht. Het land zou enorm rijk moeten zijn.

Brunei is een oliestaat dat regeert wordt door een Sultan. De Sultan heeft de twee grootste paleizen ter wereld in zijn bezit en heeft twee moskëen die grote elementen van puur goud bevatten. De inwoners hoeven geen schoolgeld, ziektekosten of belasting te betalen. Dit wordt allemaal bekostigd door de Sultan. Het land is verder extreem islamitisch. Alcohol is ten strengste verboden voor de eigen inwoners, kleine hoeveelheden importeren als buitenlander mag. Op homo zijn staat de doodstraf doormiddel van stenige. Wanneer je steelt zal er een arm van je lichaam worden geamputeerd. Het land Brunei is eigenlijk één grote stad genaamd "Bandar Seri Begawan" met daar omheen allemaal jungle en oceaan.

Ik kwam aan in mijn hostel en begon meteen informatie te winnen bij de twee Poolse dames die op dit moment het hostel runde. Daarnaast had ik ook twee mannelijke vrienden gemaakt, waarmee ik later nog naar een foodmarkt zou gaan.

Op advies van de twee Poolse dames ging ik eerst naar de grootste Moskee van Brunei. Deze Moskee was nog vrij recent geleden gebouwd. In Brunei kennen ze iedere avond de “Golden hour”. Op het moment dat de zon ondergaat krijgt de lucht in Brunei soms heel veel verschillende kleuren. Deze avond was het een beetje een gouden en rozeachtige kleur.

Ik kwam bij de Moskee aan en deze was behoorlijk groot. Veel wit marmer kon je zien aan de binnenkant. Daarnaast waren er veel gouden elementen gebruikt in de diverse torens en koepels. Rondom de moskee stonden allemaal fonteinen en strak neergezetten palmbomen. Op dit moment kon je duidelijk zien dat de Sultan veel geld te besteden had. Gedurende mijn bezoek aan deze moskee mocht ik helaas niet meer naar binnen. Bezoekers uren voor niet moslims waren namelijk overdag. Wel kreeg ik gedurende mijn bezoek aan deze moskee verschillende keren een gebedsoproep te horen. Het was best mooi en imponerend om te horen. Ik liep eerst door een soort kleine tuin en toen langs de hele moskee door en nam rustig de tijd om van dit prachtige bouwwerk te genieten.

Op een geven moment vroeg ik een toerist die een privé gids had of hij snel wat foto’s kon maken van mij met de moskee, maar dankzij de grote van de moskee was het best moeilijk om mij met de moskee goed op de foto te krijgen. Verder zag ik helemaal geen toeristen.

Terug van de Moskee hadden de jongens op mij gewacht en liepen we naar de foodcourt toe. We moesten een klein halfuurtje lopen, maar daar keek ik al niet meer van op in Azië. De foodcourt was een grote overdekte foodhall waar allemaal kleine etensstalletjes stonden. Het eten was hier behoorlijk goedkoop en op diverse plekken kon je ook aan een metalen picknicktafel je eten opeten.

We bestelde allemaal individueel wat eten, vonden een tafel en konden lekker gaan eten. Voor op de terugweg bestelde ik nog snel een Milo chocolade shake. Milo is het Nesquik van Maleisië en Brunei.

We liepen s’avonds terug en terug in het hostel besloot ik mezelf nog even op te frissen. Ik ontmoette in het hostel ook nog een Duits meisje genaamd “Anika”. Dit meisje reisde al bijna twee jaar de wereld rond zonder thuis te komen.

Na een klein gesprek ben ik toch maar heerlijk gaan slapen.